Dag 29: Zaterdag 23 juni 2018.

Vanmorgen hebben wij lekker uitgeslapen en rustig aan gedaan.
Wij mochten tot twee uur op de kamer blijven en zijn om 14.45 door de shutlle bus naar het vliegveld gebracht.
Daar begon het wachten totdat wij om 17.45 zouden vertrekken.
We hebben onze tijd doorgebracht met wat kaarten.
Ja en dan is de vlucht naar Schiphol daar en dat duurt toch wel lang, je zit zo’n 9,5 uur in het vliegtuig en van slapen komt niet echt veel.
Door het missen van de nacht en het tijdsverschil raak je toch wel wat uit je ritme.
Dit alles hebben we er graag voor over, wij hebben een zeer bijzondere vakantie gehad die ons nog lang zal bijblijven en waarover wij nog vaak zullen napraten en nagenieten.
Wij hopen dat jullie door deze verhalen met ons meegenoten hebben van deze prachtige reis.
Groeten van Piet en Grietje.

Dag 28: Vrijdag 22 Juni 2018.
Vandaag is de dag dat wij de Camper weer in Whitehorse in moeten leveren.
De camper moet voor 10 uur weer afgeleverd worden in Whitehorse, wij zijn mooi op tijd vertrokken naar Whitehorse en hebben eerst nog even door het centrum van Gereden om te kijken waar wij vandaag onze tijd in deze plaats zouden kunnen doorbrengen.
Daarna door naar Canadream waar onze gecontroleerd wordt en gekeken wordt of alles aanwezig is en onbeschadigd is.
Omdat wij een all-inn packet hebben gekocht hoefden wij aan de camper verder niets te doen, dus heerlijk alle overgebleven spullen maar ook de lege blijkjes en flessen konden wij zo laten staan zelfs de laatste afwas.
Na controle blijkt dat alles in orde is en wordt mij de laptop voorgehouden waarop ik akkoord moet gaan met alles.
Bij opmerkingen heb ik in het kort de problemen met de Slide out aangegeven.
Daarna bracht Dian, de bedrijfsleider, ons naar het centrum van Whitehorse en hebben we afgesproken dat zij ons om 16.30 uur weer op zal halen.
Wij hebben ons best vermaakt en dus was de tijd gauw voorbij.
Nadat ze ons weer opgehaald heeft zijn de koffers ingeladen en zijn we naar het vliegveld gebracht.
Daar was het nog erg stil en moesten wij wachten tot om zes uur de balie voor de bagage open ging en wij de koffers af konden geven.
Het restaurant op het vliegveld was gesloten en daarom zijn wij, op aanwijs van een dame bij de balie, naar een restaurant gelopen aan de hoofdweg, dus met onze handbagage.
Hier hebben wij gezellig gezeten en wat gegeten, waarbij wij geholpen zijn door een vriendelijke dame.
Daarna weer terug naar het vliegveld en toen was het ook tijd om in te checken, zodat deze dag eigenlijk ook zo maar weer voorbij is.
Bij aankomst in Vancouver om middernacht was de laatste shutlle bus al weg en hebben wij een taxi naar het hotel genomen, waarbij het intussen half twee was toen wij naar bed gingen.

Dag 27: Donderdag 21 juni 2018.

Het is vandaag de langste dag ook hier in Canada.
Vorige week hebben wij Nederlanders gesproken in Tok, waar onze camper gerepareerd zou worden en wat dus niet lukte.
Deze mensen waren onderweg naar de noorderlijkste punt van Alaska, nog 150 km boven Innuvik, om daar de langste dag mee te maken.
Wij rijden vandaag richting Whitehorse, niet te ver van de plaats want morgenvroeg moeten wij de camper voor 10 uur ingeleverd hebben, dus vandaar.
Het is weer prachtig weer, toen we gisteravond naar bed gingen waren er donkere wolken aan de hemel, vanmorgen dus weer zon.
Wij rijden weer verder op de Robert Campbell Highway.
Regelmatig zien wij eekhoorns de weg over steken, ze rennen dan voor hun leven met de staart recht naar boven.
Eerst dachten wij dat het squirls zijn maar die blijven opeens rechtop staan en kijken onderzoekend om zich heen.
Her en der zijn er weer grote gaten in de weg en die worden dan gemarkeerd door kleine rode vlaggetjes in de berm, erg simpel maar doeltreffend.
Je ziet steeds meer RV’ s op de weg komen, dit is de hoofdzaak van alle verkeer.
Het seizoen is hier van half mei tot half september, wij waren er dus vroeg bij met onze startdatum van 26 mei en toch is ons dat goed bevallen en zeggen wij tegen elkaar dat wij nog best een week eerder hadden kunnen gaan.
Maar het ligt er natuurlijk ook erg aan hoe het weer op dat moment is.
Wij hebben intussen Carmacks berijkt en rijden nu over de Klondike Highway terug naar Whitehouse.
Wat ons opvalt is dat er zoveel mooie bloemen langs de weg in de berm bloeien het is soms een zee van paarse bloemen en blauw van de Lupinen en ook nog eens geel van de paardebloemen.
Dit is ons op de heenweg niet opgevallen, daaraan kun je dus zien wat er in een periode van vier weken in de natuur kan veranderen.
Bij het Fox Lake hebben wij een wandeling gemaakt naar een prachtig uitkijkpunt, waarbij wij door een bos lopen dat in 1998 is verwoest door brand, de verbrande bomen en dode boomstronken staan en liggen er nog en de nieuwe planten en bomen groeien er al weer en natuurlijk ook weer die lupinen.
Vanaf Carmacks tot Whitehorse is het 169 km en je ziet er alleen maar natuur en geen dorpen of huizen en zo zit heel Yukon en Alaska in elkaar.
Onderweg hebben wij nog heerlijk aan de Lake Laberge gezeten een prachtig groot meer, waar we direct aan het water een plaatsje vonden.
Aan het eind van de middag vinden wij plm. 40 km voor Whitehorse een plaats om de nacht door te brengen en dat is opnieuw te midden van de paars bloeiende planten.

 

Dag 26: Woensdag 20 juni 2018.

 

Zo, vannacht hebben wij bijna geen last van muggen gehad en beiden hebben wij goed geslapen, gelukkig maar.   Het is opnieuw een onbewolkte hemel.

Het is toch wel bijzonder te noemen dat wij in Yukon Alaska zulk goed weer hebben. Het voelt vanmorgen direkt alweer warm aan en dat belooft dus weer een warme dag te worden, zal wel weer ruim dertig graden zijn.

We rijden weer verder over de Robert Campbell Highway, een smalle gravelroad die tussen de bossen en meren door gaat. 

Het blijft ons steeds weer verrassen en dan die gravelroad en dwars doorheen.

Hier is het een vastgereden onderlaag dus het stuift niet en dus kunnen wij hele stukken rijden met de maximaal toegestane snelheid van 80 km per uur.

Her en der ligt poep op de weg en dus moet er hier genoeg wild zijn.

Er zijn hier geen huizen en dus alleen maar wildernis het enige wat wij voorbij komen zijn een aantal gebouwen waar allemaal weg werk machines staan opgesteld en soort hotel waar de wegwerkers door de week wonen.

Op een gegeven moment rijd er een sproeiwagen voor ons die de weg nat maakt ik denk om het stuiven tegen te gaan en de weg weer vaster en harder te maken. Wij zijn de eerste auto die achter deze wagen aanrijdt en het wordt me toch een glibberbende en het sputtert tegen de Camper aan dus dit wordt een vreselijk smerige camper.

Als je op deze weg in de wildernis pech krijgt dan heb je echt pech want een telefoonverbinding is er niet en mensen wonen er niet, 363 km lang.

Dus volgende keer maar een GPS telefoon meenemen?

Op een gegeven moment zien wij een stofwolk voor ons en dit blijkt de motorrijder te zijn die ons eerder al ingehaald heeft, hij heeft een camera op zijn helm en een reserve band achter op de motor, ja met al die gaten en al dat grind nee eigenlijk kapotte stenen loop je enig risico op lekke banden.

Een heel eind verderop staat hij even uit te puffen  en maken wij uit het raam even een praatje met hem en vragen of alles goed is, ja hoor alleen van al dat stof en op dat gravel rijden moet hij even bijkomen, maar jah daarna moet hij nog deze 363km uitrijden en dan minimaal  62 km rijden voordat hij op een geasfalteerde weg komt en dat geld voor ons hetzelfde.

Bij het Finlayson Lake hebben wij koffie gedronken, in dit gebied loopt in de winter een grote kudde Cariboe’s alleen die lopen nu in de bergen aan de andere kant van het meer, daarvoor moeten zij 150 km lopen.

We gaan weer verder over de mulle zandweg en zien opeens een hele dikke bruine beer met van die echt dikke berepoten, hij schrikt wel wat van ons en “rent” het bos in, helaas voor ons.

Op de weg voor ons rijd opeens een soort sneeuwschuif machine die de grond los maakt en gelijk weer vlak maakt in een bewerking, daar achter rijdt een strooiauto die geen zout maar Calcium strooit, dus kalk op het zand en gravel en daardoor worden de onverharde wegen zo hard dat je er goed op kunt rijden, maar je kunt het je nu denk ik wel indenken, eerst de sproeiwagen voor ons en dan die kalkwagen voor ons en wij er direct achter, hoe onze camper er nu uitziet, het lijkt wel of de zijkant gebitakt is, een harde vieze laag smeer die er vast op zit. Gelukkig hebben wij het schoonmaken van de camper afgekocht.

De plaats, Ross River stelde niets voor. Wij zijn in Ross River tot de Pelly River gereden en daar houdt de weg dan ook op. Wel is er een katholieke kerk en een gezondheidspost. Aan de over kant is niets dan mining en wildernis.

Ik sprak de “kaptein” een oud manneke, van de Ferry aan, een oude Ferry uit Dawson City, die man zegt als je naar de andere kant gaat kun je prachtig wandelen en vissen en als je wilt heb je daar je eigen Lake, verder zijn er alleen maar  de mijnen en wildernis en nog eens wildernis, zonder wegen.

Er is net een voetbrug klaar over de rivier, deze brug is van een bijzondere constructie en van onbehandelt ijzer dus ziet er roestig uit.  We gaan weer terug naar de gravel Highway en gaan richting Faro.

Langs deze zandwegen groeien bloeien, volop bloiende paarse bloemen het zijn hier geen lupinen maar een heel ander soort en dat geeft een mooi gezicht met volop kleur in de bermen.

Toen wij bijna bij het dorp Faro waren stond er een bord langs de weg met erop “ Faro Airport” het lijkt er even op, of wij dan toch weer in Portugal zijn.

Het dorp valt ons erg tegen, er is veel leegstand, wel doet de gemeente heel goed haar best om het dorp een mooi aanzien te geven door enkele mooie parken met gazon aangelegd te hebben het gras staat er mooi bij en de sproeiinstallatie staat aan. Verder is dit de mijn stad van het Lood en het Tin.

Wij hebben buiten Faro aan de High Way weer een gravel pull out gevonden met veel ruimte en geen muggen dus daar blijven we vannacht staan.

 

 

Dag 25: Dinsdag 19 juni 2018.

Ondanks dat wij gisteravond nog laat verhuist zijn, zijn we de afgelopen nacht opnieuw weer met de muggen bezig geweest, een klein drama en slecht slapen.
Vanmorgen toen ik achter stuur ging zitten om vanaf onze plaats, waar wij de nacht doorgebracht hadden, weg te rijden zag ik recht voor mij, op nog geen 30 mtr afstand, een zwarte beer lopen, hij kreeg mij ook in de gaten en liep meteen weg, geen tijd om een foto te maken.
We rijden over dezelfde weg weer terug naar Watson Lake om daar water te vullen, te tanken en te lozen, ook even naar het visitorcenter om verslag uit te brengen over de slechte weg naar de watervallen.
Er steken een aantal jonge bisons over.
Niet erg veel later zien wij het gezin beer aan de wandel, vader, moeder en een jonge bruine beer, lekker aan het gras eten in de berm.
Wij hebben met genoegen naar dit schouwspel zitten te kijken.
In Watson Lake hebben wij ook nog wat boodschappen gedaan en rijden nu verder over de Robert Campbell Highway richting Ross River, dit is 363 km en wij hebben al 175 km gereden, dus dit zal niet ons eindpunt van deze dag zijn.
Het is vandaag erg warm de juffrouw van het tankstation vraagt aan mij of ik het uithouden kan in de zon en de mevrouw in de supermarkt vraagt hoe wij het weer vinden, zij vindt het maar niets, dit is veel te warm voor yukon en zeker ook voor haar.
Bij het Visitor Center in Watson Lake had men ons gewaarschuwd dat ze met de Robert Campbell Road bezig zijn, nou ja dat hebben we al vaker meegemaakt, dus geen probleem.
Deze onverharde weg loopt dus echt 363 km lang door de natuur zonder ook maar een enkel dorp en eindigd in Ross River, een dorp op een kruispunt van wegen en gaat daarna door naar Carmaks boven Whitehorse en dit zal het eindpunt van onze reis alweer zijn.
Aan de kant van de weg wordt je gewaarschuwd dat er de eerste 363 km geen tankstation is.
Bij de eerste weg werkzaamheden staat een heus stoplicht om het verkeer om en om te regelen, (en geen mevrouw met een stopbord zoals wij dat is tot nu toe gewend waren), met behulp van de auto met een bord erop Follow Me, die voor je uitrijd tijdens zo’n traject en je dus begeleid over dit gehele traject.
Wij moeten plm. 15 minuten wachten voordat deFollow Me auto aan onze kant is en dan kunnen wij over een traject van bijna 9 km over gravel en mul zand onze weg vervolgen. Je rijd gewoon over het traject waar de weg werkers met grote machines aan het werk zijn, de ene kant buiten de weg dan weer links en dan weer rechts enzovoort.
Het stuift zo verschrikkelijk dat ik de volgauto niet meer zie en intussen moet ik oppassen dat ik niet in het mulle zand blijf steken, terwijl er in tegengestelde richting een gigantische vrachtwagen met steen of zand aan komt rijden, weer op een ander stuk dat net met water besproeid is slippen de wielen van de camper, dus al met al best wel een hachelijke onderneming en dat 9 km lang.
He he dit sukje zit er op en verder gaan wij over de onverharde weg met een maximum snelheid van 80 km per uur.
Onderweg spotten wij eerst twee grote kraaien ze lijken wel op de bij ons bekende roeken.
Na 120 km zien we een zwarte beer en die was zo rustig en bleef gewoon z’n gang gaan terwijl wij verderop weer een zwarte beer zien die zo van ons schrikt dat hij opeens weer het bos in schiet.
Het is een wonderlijke weg met alleen maar natuur en verder echt niets, een zeer lange weg met van die bergen en dalen in de weg en ook nog eens hoogten en diepten naast je, zoals je dat ook vaak in films ziet.
Wij staan vannacht op een zeer grote open plek waarvan de bodem uit grind bestaat in de hoop geen last van muggen te hebben.
We staan nu bij Francis Lake naast de Yukon Gouvernement Campground maar daar willen wij niet staan je staat daar in het bos en dus, jawel muggen.
Op deze open plek waar wij nu staan groeit echt niets en er waait af en toe een heerlijk windje, deze plek ligt ook nog eens op een behoorlijke hoogte zodat wij hopen dat het wat afkoeld en dat we vannachtq weer lekker kunnen slapen.
Vandaag hebben wij 345 km gereden en dat is eerst wel weer genoeg.

Dag 24: Maandag 18 Juni 2018.


Wij gaan vandaag richting Watson Lake, als je de boekjes erop na leest is het hier een eldorado voor vogelliefhebbers maar ook is alle wild hier te spotten.
Er leeft een aantal Caribou kudde’s, dus wellicht zien wij daar wat van.
Als je vanaf Watson Lake doorrijd naar het oosten dan kom je in het gebied van de Wood Bison, in 1990 zijn deze daar vanuit Elk Island National Park in Alberta in een aantal van 68 stuks naar toegebracht en deze leven daar nu succesvol in vrijheid.
Eerst maar even afwachten hoe deze rit verloopt qua tijd.
Hadden wij de laatste twee nachten last van de harde wind, nu hadden wij heel erg veel last van muggen.
We hebben een hordeur in de camper en alle ramen en ventilatie openingen zijn voorzien van horren en toch, je raad het al, hadden wij muggen in de camper.
Ik denk dat ik er wel 50 doodgemaakt heb en dat in het begin van de nacht tot een een uur of half drie en daarna weer opnieuw van af een uur of zeven.
Maar afijn wij hebben de “elektrische vliegenmepper” bij ons en direkt bij de hand boven het bed. NIET LEUK HOOR.
We rijden weer over de Alaska Highway en komen weer in British Columbia terecht.
We krijgen onderweg te maken met een paar stukken gravelroad van elk zo’n zeven kilometer lang.
Onderweg zien we weinig wild, een haasje en een paar doodgereden stekelvarkens.
Maar even later zien we toch een bruine beer en weer later een zwarte beer.
In de weg zitten vaak grote lange stukken helling en daar moet de camper wel tegen trekken en nu zitten wij op een helling die 1,8 km lang is.
Het wordt hier steeds drukker, de hoofdzaak van het verkeer zijn campers en grote caravan trailers, soms bussen, zo groot die, zoals wij hoorden wel 500.000 dollar kosten en er van binnen uitzien als een compleet appartement met wasmachine en droger en badkamer, alles compleet.
Op een parkeerplaats kom ik gesprek met een echtpaar uit Duitsland, deze mensen hebben hun eigen VW busje uit Duitsland over laten brengen naar Halifax en reizen nu dus met Duitse nummerplaten rond en dat valt wel op.
Wij hebben ze al veel eerder op onze rondreis gezien, ze komen uit Teckelenburg.
Intussen komt er een man bijstaan en die praat in het Duits mee, hij woont in Amerika en komt van oorsprong uit Zweden.
Ook hier komen we weer fietser tegen op deze grote weg, de Alaska Highway.
Deze weg is in de oorlogsjaren van 41 op 42 aangelegd door 11.000 militairen die met evenveel voertuigen deze klus in 9 maanden hebben geklaard. In 1943 is deze weg die erg slecht en proffesorisch was aangelegd verbetert en de weg liep toen tot Dawson City en was bedoeld voor aanvoer van het leger in Alaska.
Toen wij in Watson Lake aankwamen was het zo warm, 24 graden, dat wij direct een korte broek met shirt aangedaan hebben.
Als wij voorbij Watson Lake nog doorrijden zien wij een Wood Bison een reusachtig beest dat lui in de berm ligt te hijgen, blijkbaar heeft hij het ook warm.
Ook zien wij weer een enorm grote, brede rivier waar het water enorm wild door stroomt, een machtig gezicht.
Als wij verder rijden zien wij zien weer een paar Wood Bisons lopen maar nog iets verderop loopt in de berm een hele kudde, welgeteld zo’n 70 stuks. Er zijn diverse jonge kalfjes bij, dat zijn net gewone kalfjes.
Aan het eind van de kudde zie ik opeens twee zwarte beren en als wij in de buurt komen steken ze eigenlijk rennend voor onze neus de weg over.
In Watson Lake heeft een mevrouw van de Visitor Center ons aangeraden om in ieder geval naar de Smith River Falls te gaan.
Eerst konden wij de afslag niet vinden en toen wij terugreden omdat wij dachten dat wij te ver waren zagen wij het bord wel staan.
Dit weggetje, dat net breed genoeg was voor de Camper en twee km lang is, had zulke grote en diepe gaten dat wij echt dachten dat er wat van het servies kapot gegaan zou zijn, maar dat viel toch alles mee.
Ons idee was als we er zijn gaan wij direct terug, zo’n slecht pad, draaien was niet mogelijk, maar toen wij aan het eind van het pad kwamen stonden wij verbaasd, zo’n grote en mooie waterval was dit en dat ligt dan ver van de doorgaande weg.
Wij hebben de Camper daar geparkeerd en zijn eerst gaan eten waarna wij toch maar zijn bljven staan om hier de nacht door te brengen.
Tussen de bedrijven door zitten wij 183 km van Watson Lake en hebben vandaag 430 km gereden.
Hopelijk hebben we deze nacht geen last van muggen alhoewel ze hier wel zijn.
Helaas, heel veel last van muggen en daarom zijn wij om 11 uur toch nog verder gereden om een andere overnachtingsplaats te zoeken, maar ja geen probleem hoor want het is natuurlijk nog volop licht.

Dag 23: Zondag 17 juni 2018.

Vannacht dus even buiten Carcross in de vrije natuur gestaan vlak bij een meer.
Gistravond begon het al te waaien en later begon het echt te stormen de camper stond te schudden, in de loop van de nacht zwakte de wind af maar vanmorgen begon het opnieuw te waaien.
We hadden een voordeel dat het in tegenstelling tot de vorige nachten niet koud was.
Na het ontbijt zijn wij eerst nog even teruggereden naar Carcross naar het tankstation waar wij gisteren internet hadden.
Daar hebben wij wat mails gelezen en gefacetime’t met de kinderen.
Toen wij van de overnachtingsplek weg reden zagen wij aan de kant van de weg een groot soort stekelvarken, ik denk dat deze ongeveer 1 mtr. lang was.
Ook hier lukte het om er een foto van te maken.
In Carcross is ook een vliegveld met een huise verharde, gravel landingsbaan.
Na ons internet moment zijn wij over de Tagish Road naar Jake’s Corner gereden en hebben daar een lekkere bak koffie gedronken.
Mooi om te zien zo’n “restaurant” het stelt echt niets voor en je kon er van alles eten, hamburgers, patat maar ook allerlei koeken, ik heb een lekkere kersenpie gehad en we hebben iets meegenomen dat er niet uit ziet maar een soort brood met veel suiker en rozijnen en vermoedelijk met kaneel erin, het doet mij denken aan een zeeuwse bolus.
Als je de mensen daar ziet eten, heel veel en ze nemen de rest dan maar mee naar huis, het was zondag, vaderdag, dat kent men hier ook maar men ziet er qua kleding vaak niet uit, joggingbroeken en slobbertruien die nog smerig zijn ook met van die ouderwetse open sandalen aan en dan vaak nog met een ruige onverzorgde baard.
Men heeft hier niets en leeft gewoon hun leven en maakt zich denk ik alleen maar zorgen om hun bestaan.
Jake’s Corner ligt op een kruising van vier wegen, naar het westen ligt het eerste “dorpje” 22 km verder, naar het oosten moet je 45 km rijden en naar het zuiden moet je 94 km rijden om bij een plaats te komen aan een doodlopende weg ook nog en ten laatste als naar het noorden rijd kom je in Whitehorse en dat ligt 63 km verderop.
Het is hier denk ik vechten voor een bestaan dat niet te vergelijken is met ons leven in Nederland. Het is van het ene in het andere uiterste.
Intussen rijden wij opnieuw op de Alaska Highway.
Onderweg ook weer een zwarte beer gezien, het was geen grote dus zal wel een jonge beer zijn.
Bij de bijzondere brug over het Teslin Lake is het dorp Teslin ontstaan.
Het is weer een echt indianendorp, zij zijn de autentieke bevolking hier en je ziet ook direkt aan het uiterlijk van de mensen dat hey Indianen zijn.
Het weer is goed en het is zelfs weer voor een blouse met korte mouw, heerlijk temperatuurtje en soms een zonnetje, wat een verschil.
De natuur is hier ook veel groener met aan de wegrand mooi lang groen gras waar de beren graag van eten.
We rijden nu verder richting Watson Lake en blijven bij Morley River op de Morley River Recreation Site staan om de nacht door te brengen.
Dit is ook een vrije plek in de natuur.
Als wij eraan komen zijn wij nog alleen maar het duurt maar even en er komt een grote camper bij staan en even later komt er een jongeman op een motor en die zet een klein tentje op tussen de bomen.
Als ik later met hem in gesprek raak blijkt het ook een Nederlander te zijn en hij komt uit Eindhoven.
Hij is diep in Zuid Amerika begonnen en via Peru en Columbia en weet ik al wat,
hier terecht gekomen.
Hij is nu 9 maanden onderweg en heeft ongeveer 45000 km gereden.
Dit zijn de laatste weken want hij wil via Vancouver weer naar huis vliegen, maar zal dan eerst zijn motor moeten verkopen om de terugreis te kunnen betalen.
Hij vond het prachtig van ons dat wij zo’n reis doen, maar dat is natuurlijk niets vergeleken bij zijn reis.
Wij hebben vandaag 205 km afgelegd en hebben het vandaag rustig aan gedaan.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Margó
7 jaar geleden

Ben weer helemaal op de hoogte. Was weer een heel verhaal, leuk om te lezen wat jullie allemaal beleven.

Harm
7 jaar geleden

Hallo wereldreizigers.
Een heel leuk verhaal.
Groeten Harm

Dag 22: Zaterdag 16 juni 2018.

Zoals in het vorige verslag aangegeven hebben wij weer op grote hoogte in de prairie overnacht.
Wij zaten op de top van de pas en het begon behoorlijk te waaien en het werd echt koud, gelukkig stond onze camper met de kop op de wind dus het schudden viel mee, maar het ging behoorlijk te keer.
Wij hebben ons aangekleed en zijn zonder ontbijt verder gereden om eerst een wat aangenamere plek te zoeken.
Nog maar even onderweg kwamen wij al voor de Canadese douane te staan en de beambte kwam al ruimschoots op tijd naar buiten in een shirt met korte mouw, ik heb hem direkt gevraagd of hij het niet koud had, zijn antwoord was nee, want hij zat het grootste deel van de dag binnen.
Hij vroeg waarom wij de Nederlandse vlag aan de camper hebben want Nederland doet toch niet met de wereldkampioenschappen voetbal mee.
Ik vertelde dat wij dit gewoon leuk vonden om herkenbaar te zijn.
Zo dan zijn jullie dus trots op jullie land antwoorde hij en vroeg wat doen jullie hier en zijn jullie hier vaker geweest?
Toen ik hem hierop antwoorde zei hij, “zo dan vinden jullie ons land zeker erg mooi”.
Op de plaats van de grensovergang is ook het Fraser station van de White Pass and Yukon Railway een spoorlijn die in gebruik was voor de gouddelvers en van 1899 tot 1982 in gebruik is geweest en die nu in gebruik is als toeristische attractie.
Ik had hier nog geen foto van gemaakt en mocht van de douane beambte even teruglopen over de grens om foto’s te maken, deze persoon was heel wat vriendelijker dan die bij de Amerikaanse grensovergang van Canada naar Amerika.
We rijden weer verder over de South Klondike Highway en gaan eerst maar eens ontbijten.
Na ons ontbijt rijden wij verder en komen bij de grens van Yukon en British Columbia.
Hier staan een aantal gebouwen, zoals winkel en restaurant en je kunt over een brug boven een kloof met een rivier lopen en dat kost per persoon even 18 dollar, een mooie plak cake kost ook nog eens 2.75 dollar. Nou ja was wel lekker hoor.
Dan komen we langs het Tutshi Lake, ook weer zo’n groot meer met nu echt ruige rotsen met nauwelijks begroeiing erop, wel zien wij iets van een geel achtige mos erop groeien.
Daarna komen wij in Carcross een plaatsje waar vrij veel nieuwe gebouwen staan die helemaal voor de toerist zijn opgezet.
Ook hier is een staion van de White Pass and Yukon Railway.
In het hele dorp was de stroom uitgevallen doordat er een boom op de bovenleiding, die je hier overal nog ziet, is gevallen.
Wij hebben hier bij een tankstation getankt en wat gebruikelijk is, is dat hier dan ook allerlei Grocery aanwezig is, dus hebben we meteen wat boodschappen gedaan en kregen, op verzoek het wachtwoord voor de wifi, er was een campground, zo een van een open terrein met de campers scheef naast elkaar in de rij.
Daarna zijn wij weer een plekje gaan zoeken voor de nacht want op zo’n camping willen wij niet staan. Even buiten Carcross vonden wij een plekje, het leek er erg rustig en iets van de weg af en zelfs nog 1 stip telefoonverbinding, maar na het eten begint ook hier de wind behoorlijk op te zetten.

Dag 21: Vrijdag 15 juni 2018.

Vandaag rijden wij richting Haines en daar gaan wij eerst naar de haven om te informeren wanneer de Ferry gaat naar Skagway.
De weg die wij vanaf Burwash Landing naar Haines rijden is een prima weg, dit is integenstelling tot wat er in de Anwb gids vermeld staat.
Onderweg zien wij allerlei voorbereidingen voor een wielerfestijn op zaterdag 16 juni, dus morgen.
Deze wedstrijd heet de 25 Th Annual Kluane Chilkat International Bike Relay en gaat van Haines Junction naar Haines met een lengte van 148,8 miles langs het Kluane National Park.
Bij het passeren van de Canadese grens mochten wij gewoon doorrijden en bij de grens met Alaska was er alleen een controle van de paspoorten en weer een aantal simpele vragen over wapens en munitie.
We moesten hier de tijd een uur terugzetten.
Wij hebben een tussenstop gemaakt in het Indianendorp Klukwan, met een eigen school en kerk en een mooi nieuw Visiter Center, maar deze was nog gesloten. Hiervan heb ik al foto’s bijgevoegd.
Onderweg op een parkeerplaats kwamen er allemaal busjes met aanhangers met rubberboten erop er kwam ook een bus met mensen erin aan.
Hieruit stapte een man en die kwam naar ons toe met in het engels de vraag of wij 2 uur for free wilden raften, wij bedankten hier vriendelijk voor.
Even later kwam er uit die zelfde bus een jongedame naar ons toe en die stelde dezelfde vraag in het frans, ik denk dat ze dachten dat wij het niet begrepen hadden.
Wij rijden door het Chilkat Bald Eagle Preserve een gebied waar de Bald Eagle’s in honderden en in de goede tijd met duizenden komen vissen op de zalm die dan tegen de stroming in de rivier op zwemt. Helaas er was nu geen Bald Eagle te zien.
Het laatste stuk weg van een aantal mijlen was een grote bouwput met een grote diversiteit aan graafmachines etc.
Men blaast daar hele stukken berg op om deze de weg breder te maken en als je dan ziet hoeveel stenen er dan afgevoerd moeten worden met grote vrachtwagens etc.
In Haines aangekomen zijn wij eerst naar het Visitir Center gegaan en gevraagd hoe een en ander zit met de Ferry, de meneer die ons te woord stond, een echte Indiaan, vertelde dat er maar een boot per dag gaat en dat die wel vol zou zitten, dus wij direct richting de haven en daar geinformeerd.
Wat bleek er was vandaag een extra boot ingelast en deze gaat om 4 uur, dus dat kwam prachtig uit,zeker nu wij ook ons horloge nog niet terug gezet hadden dus eigenlijk een uur speling hadden.
Daarna hebben wij eerst een brunch gehad, wij hadden vanmorgen namelijk nog niet ontbeten.
Wij hadden ook mooi tijd om het dorp Haines te verkennen.
Het was er heerlijk weer, 63 gr. Farenheit, 18 gr. Celcius.
Om 14.30 uur moesten wij bij de boot zijn en om 16.00 uur vertrok deze boot met twee campers van Canadream aan boord, een aantal auto’s en een behoorlijke groep motorrijders.
In de andere Canadream camper zat een stel Duitsers met drie jongens, ze kwamen uit de buurt van Ulm, hiermee hebben wij nog even gekletst, ze vonden dat wij het in de zelfde grote camper het toch wel heel luxe hadden met z’n tweeen.
Na aankomst zijn wij te voet de plaats Skagway ingeweest en dit is een plaats waar de cruise boten aanleggen en op dit moment lagen er twee cruise schepen.
Als je dan door het plaatsje loopt dan zijn er vele toeristen en heel veel juweliers winkels die veelal door Indiers gedreven worden.
Skagway is een echt Indiaans dorp, je ziet overal de invloed ervan door totumpalen e.d.
Het zonnetje scheen wel maar het was een koude wind.
Om 6 uur gaan wij weer verder richting Carcross over de South Klondike Highway en komen opnieuw op behoorlijke hoogte terecht en daar zoeken wij dan weer een overnachtingsplek boven op de top tussen de bergen.
Deze route volgden de goudzoekers jaren geleden in barre omstandigheden met al hun materialen etc.
Onderweg komen wij aan de kant van de weg weer een zwarte beer tegen die lekker van het gras loopt te eten, dit keer is het een jonge beer, hij is namelijk veel kleiner dan de anderen die we gezien hebben.
Wij vinden een plekje en stoppen daar en staan vannacht op ongeveer 3292 foot hoogte, het is hier dan ook koud en er is veel wind.
Na een tijdje rijd er een Canadreamcamper langs en die claxonneerd, dus dit zullen de duitsers wel zijn. Wij zijn herkenbaar aan de Nederlandse vlag die wij aan de spiegel hebben vastgezet.
Opnieuw slapen wij dus weer op grote hoogte.

 

 

Dag 20: Donderdag 14 juni 2018.

Vandaag willen wij eerst naar Haines Junction en daarna richting Haines.
Vannacht heerlijk in de natuur geslapen aan het Kluane Lake.
Toen wij wegreden over de Alaska Highway was het helemaal bewolkt.
Langs deze weg, zien wij op zijn gemak, in de berm, een bruine beer lopen terwijl hij zich tegoed doet aan het gras.
Wij hebben hem wel 20 minuten kunnen volgen.
Deze beesten zijn nog niet zo lang uit de winterslaap en moeten veel eten omdat zij ook nieuwe vacht moeten krijgen.
Even verderop zagen wij een Linx op de wal naast de weg liggen mooi met zijn kop richting de weg en dus hebben wij er een prachtige foto van kunnen maken.
In Haines Junction hebben wij getankt en zijn daar naar een bakker geweest.
Daarna gaan wij verder richting Haines.
Dit was de eerste keer dat wij een echte warme bakker gezien hebben en hebben daar een tarwe broodje gekocht dat ze voor ons gesneden hebben.
Van Haines Junction naar Haines is zo’n 250 km en er is geen tankstation langs deze weg.
Onderweg hebben wij een stuk van een Trail gelopen in een bos waar gewaarschuwd werd voor de aanwezigheid van beren, maar wij hebben geen beer gezien, wel zagen wij een voetafdruk van een berepoot, ik denk een voorvoet.
Aan de linkerkant van de weg zagen wij een Ranch en daar lagen twee paarden in de wei.
Wij hebben nog nergens vee gezien wel was er vandaag bij een aantal huisjes een heel stuk land afgerastert.
Intussen rijden wij op de Hains Road Highway en zien opnieuw een beer lopen nu een zwarte beer en ook deze konden wij ook geruime tijd spotten, dit was bij Mile 157.
Nog geen Mile verderop, bij Mile 158 zien wij opnieuw een zwarte beer en ook deze doet zich tegoed aan het gras.
Wij zijn nu in Britsh Columbia aangekomen en rijden op een hoogvlakte boven de boomgrens een zeer wijds uitzicht met rondom de met sneeuw bedekte bergen.
Op de Chilkat Pass rijden wij even in de wolken op een hoogte van 1070 meter.
Verderop is een grote gravelplaats aan de kant van de weg, de Seltat Pullout en daar zetten wij om 16.45 uur onze camper op een prachtige plek met rondom uitzicht op de bergen, hier gaan wij de nacht doorbrengen.
Dat dit allemaal zomaar kan en mag weg van alles in de middle of nowhere in een absolute stilte met heel af en toe een auto, maar hoe later het wordt hoe minder verkeer.
Wij horen alleen het monotone zware Hoe Hoe net of de Indianen die hier leven op een instrument blazen.
Morgenvroeg rijden wij naar Hains, en passeren dan de grens van Canada naar Amerika en willen in Haines wat rondkijken en een overtocht met de Ferry boeken naar Skagway.
Er is in Haines blijkbaar veel te zien zoals het Chilkat Tlingkit indianendorp Klukwan.

 

 

 

Dag 19: Woensdag 13 juni 2018.

De dag van de waarheid voor de slaapkamer slide out.
Wij konden vanmorgen rustig aan doen om op tijd in Burwash Landing te zijn voor de Camperwissel.
Het heeft vannacht regelmatig geregend en de lucht is grauw en ook onderweg hebben nog regen gehad en op de bergen zie je weer de verse sneeuw liggen, het zal hier zo’n 12 gr. zijn.
Je ziet hier de meest grote campers , soms bussen rijden met een auto er achter en soms met een boot, er zijn hier veel mensen die hun huis verkopen en dan door de wereld gaan trekken en dus in zo’n camper wonen.
Langs de weg zien we her en der een houten huisje staan kilometers uit elkaar, sommigen staan leeg en alle rommel ligt er om heen, oude auto’s, schuren en weet ik wat allemaal, een schoonheids commissie kennen ze hier niet.
Opeens zag ik weer zo’n mooi weggetje naar een meer, dit is het Pickhandle Lake en dacht daar gaan wij koffie drinken, dus de camper gedraaid en iets teruggereden, draaien op de weg is geen probleem want je komt hier weinig verkeer tegen.
Een mooi plekje waar even later twee dames met een pickup camper aankomen en direkt de camera’s op statief neer zetten om de horizon af te speuren en foto’s maken.
Intussen zag ik ook iets vreemds in de top van een denneboom zitten, het bleek een Bald Eagle te zijn een jonge vogel want hij was nog beige en pas na 5 jaar heeft deze vogel de goede zwarte kleur met de witte kop.
Hij zat wat met de veren uit elkaar terwijl een kraai steeds bij hem ging zitten.
Verderop zat een koppel zwanen, het zijn erg grote zwanen en vermoedelijk zaten die op een nest en wellicht zat de Bald Aagle te loeren op een ei of een jonge zwaan.
Wij kwamen met deze dames aan de praat eerst in het engels maar later vroeg ze of ik Dutch was en toen bleek dat ze in Nederland geboren was en 40 jaar geleden naar Amerika was gegaan.
Nou toen kwamen er natuurlijk allerlei verhalen los en vragen van onze kant.
De zwarte bomen, een denneboomsoort, aan de kant van de weg zijn niet verbrand maar ze zijn door de weersomstandigheden zo langzaam gegroeid dat de stam zwart wordt.
Een boom met een stam diam van zo’n 12 cm. kan maar zo 150 jaar oud zijn en de afgeknapte en verbogen takken en bomen die wij al eerder gezien hebben, dat wordt veroorzaakt door de zware sneeuwval die op de bomen rust.
Na een uur daar te zijn geweest zijn wij weer verder gereden naar Burwash Landing en hebben toen eerst wat gegeten en daarna de boel gereed gemaakt om over te pakken en om 15.00 uur zaten wij klaar.
Om plm. half vier belde Monica van Canadream hoe het met ons was ik vertelde dat wij zaten te wachten op de camper wissel, daarna weer even in de wacht en toen kwam onze nieuwe camper er ook aan.
Wij hadden al veel voorbereid voor het overpakken maar toch duurt dat gauw een half uur en daarna de spullen op orde brengen in de camper voordat we verder kunnen.
Daarna zijn wij eerst nog weer verder gereden maar intussen was het bijna vijf uur en dus uitkijken naar een leuke plek en die rijdt je maar zo voorbij.
Maar nu zag ik weer zo’n klein paaadje en die leidt ons naar het Kluane Lake.
Deze ingereden en wij staan nu op het grind aan de oever van het grote Kluane Lake dat een lengte heeft van 75 km.
Deze dag heeft gebracht dat wij na vier nachten het gewone bed weer kunnen gebruiken en dus hopelijk goed zullen slapen.

 

 

 

Dag 18: Dinsdag 12 juni 2018.

Vanmorgen moeten wij om elf uur bij het reparatie bedrijf in Tok zijn, dus niet te laat uit bed om ruim op tijd in Tok te komen.
Het was een koude nacht eerst was het vanmorgen licht bewolkt en later onderweg werd het weer prachtig weer terwijl de dag met regen eindigde.
We rijden opnieuw tussen de eindeloze bossen met bomen die er zwart uitzien, eerst dachten wij dat ze verbrand waren maar dat is niet zo.
In de verte zien wij alweer de bergen met volop sneeuw erop.
Langs de weg lag nog op veel plaatsen sneeuw, ik denk nog van gisteren en dat is dan het teken dat het vannacht gevroren heeft en dat terwijl er langs de weg ook al diverse bloemen bloeien, bijvoorbeeld kleine blauwe lupinen, maar ook veel andere soorten, zij zijn dus ook overvallen door de sneeuw.
Wij hebben nog steeds geen beer gezien, ik zeg al die zit weer in zijn hol vanwege de vers gevallen sneeuw.
Wij zijn mooi op tijd en rijden om plm. half elf Tok binnen en vragen nog even waar wij Willard RV repair kunnen vinden, nou dat is eenvoudig hoor naast het vliegveld.
Stel je er niets van voor hoor het is een grasbaan nog kleiner dan in Hoogeveen en heeft tientallen kleine vliegtuigjes staan.
Tok is meer een kruising van drie wegen waar alle handel van de omgeving verzameld is, zoals eigenlijk alle plaatsen.
Dus gemeld bij Willard en die wist niets van de afspraak en wij moesten wachten tot 13.00 uur maar even later kwam men toch even met twee personen kijken en vooral luisteren wat de slide out motor wel en niet deed.
Conclusie, volgens hen was de motor niet goed, maar men had geen onderdelen dus wij moesten maar naar Anchorage gaan, jaja daar kwamen we dus net vandaan.
Dus maar weer bellen met Canadream en doorverbinden en wachten, twee keer gebeld zou teruggebeld worden toen zelf maar weer gebeld en nu ben ik toch even boos geworden.
“Wij willen nu een andere Camper”, er moest eerst overlegd worden met de manager en na verloop van tijd kregen wij het antwoord dat wij morgen een andere Camper krijgen, we ruilen in Burwahs Landing om 15.00 uur, nou we zullen er zijn.
Wij rijden intussen op de Alska Highway van Tok naar Beaver Creek en opeens roept Grietje “EEN ZWARTE BEER” en jawel de beer loopt langs de weg terug, dus ik de camper in de achteruit en wij zijn hem gaan volgen hij heeft wel 100 m naast ons naast de camper gelopen en wij maar foto’s knippen.
Toen wij later net over de grens in Canada bij het visitor center binnengingen vertelde ik dit en de mevrouw vroeg of het maar een beer was omdat ze altijd met twee zijn, dan moet er iets met de andere beer gebeurd zijn vertelde ze.
Bij het passeren van de Amerikaanse grens konden wij gewoon doorrijden er werd niet eens naar ons gekeken, aan de andere kant werd wel weer streng gecontroleerd.
Wel tien km verder op kwam pas de Canadese grens en daar was een vriendelijke vrouwelijke beambte die wat vraggen stelde en ons verwees naar het visiter center om daar een stempel in ons paspoort te krijgen.
Zo was deze dag bijna weer ten einde en zochten wij naar een plekje in de natuur omdat ons dat de afgelopen nacht ook zo goed bevallen was en deze werd gevonden op een smal pad dat eindigde voor een meer, ik kon er niet draaien dus morgenvroeg achteruit naar boven.
Straks eerst maar weer onze professorische bedden installeren.
Voor vandaag welterusten

 

 

 

 

Dag 17: Maandag 11 juli 2018.

Na een nachtje op een alternatieve manier in de camper te hebben geslapen, hebben wij lekker ontbeten.
Na het ontbijt was het wachten geblazen op een telefoontje van Canadream met een adres voor de Camper reparatie.
Om plm. 10 uur kwam er dan eindelijk een telefoontje van Monica die vertelde dat ze nog steeds bezig was om een bedrijf te zoeken die de reparatie uit kon voeren, later belde ze nog eens maar ze was er nog niet uit.
Ik heb toen aangegeven dat ze maar een andere camper naar Tok moesten brengen en dat wij daar dan ook naar toe zouden rijden.
Om 11.30 heb ik zelf maar weer naar Canadream gebeld en naar Monica gevraagd, uiteindelijk na veel doorverbinden kwam het antwoord dat ze een bedrijf in Tok had gevonden die de reparatie zal gaan doen.
Dus wij konden onverrichter zake weer terug via Glenallen waar wij weg kwamen en door rijden naar Tok, twee keer 300 km. gereden voor niets en twee dagen oponthoud.
Dus om 12 uur alles weer klaar voor de rit naar Tok.
Onderweg bij Anchorage zien wij langs de kant van de weg de borden weer staan die vermelden dat er sinds juli 2017 305 moose’s zijn doodgereden. Onderweg zien wij de voor ons al een beetje bekend geworden zaken omdat wij deze weg voor de vierde keer rijden.
Wij zijn met zon vertrokken en hebben onderweg behoorlijk regen gehad.
Na Glennallen waren de bergen die gisteren nog bruin en groen waren wit geworden door de sneeuw, je kon duidelijk de sneeuwgrens op de bergen zien.
Ook rijden wij de camping weer voorbij waar de slide out vast liep.
We rijden nu op de Glenn Highway Tok Cut Off.
Onderweg komt ons een trucky tegen met een caravan oplegger met daar achter als aanhanger een caravan, je staat verbaasd wat je hier allemaal wel niet ziet op de weg.
Omdat je in de grocery, supermarkt, geen drank kunt kopen zochten wij naar een liquerstore en zowaar in een oud bijna vervallen houten gebouwtje,alles is van hout, zit een liquerstore.
Ik loop als eerste naar binnen en direkt bij de deur komen mij al twee grote honden tegemoet en ja dan is Grietje verdwenen dus ik bleef de deur op een kier houden en probeerde de grijs stoffig en uitgedroogde uitziende oude vrouw uit te leggen wat er aan de hand was, maar ze was zo doof als een kwartel, ik moest harder parten, nee schreeuwen en toen begreep ze het en deed de honden naar achter, maar ja die kwamen direkt weer terug.
Nou ja toen ik vroeg naar een fles port vertelde ze mij dat dat achter mij stond en jawel hoor daar stond zowaar een fles port en de honden nou er liep een buiten en de ander was gewoon weer vlak bij Grietje en ze vertelde dat haar honden er zijn om iedereen te begroeten en dat ze echt niets doen.
Maar zij begreep wel dat als je ergens erg bang voo kunt zijn wamt zij was zo bang voor een muis dat ze dan op de tafel zou gaan staan, jaja zo’n oud mens op de tafel?
Een belevenis zo’n winkeltje met zo’n oude vrouw en ze praatte maar door over Amsterdam en de tulpen en dat ze er graag nog eens naar toe wilde maar gezien haar uitziende ouderdom twijfel ik daar wel erg aan.
Wij wilden overnachten op camping Porcupine Creek, nou dat was echt niks de plekken waren klein en dichtbegroeid, dus rijden we maar door en opeens net na een brug over een kleine rivier met een grindbedding was een mooie open plek voor ons om de nacht door te brengen, dus nu dan toch “wild” kamperen in Alaska bij het ruisen van het snelstromende in de rivier.
Tijdens ons avondritueel, foto’s bekijken, verslag maken en koffiedrinken en een spelletje doen, liep er naast de rivier een Mooes met een jong, ze zaten heerlijk van de frisgroene blaadjes van de berkenboom te eten, zo half verscholen achter deze bomen, wij hebben ze wel een half uur gadegeslagen.
Dus een goed eind van de dag.

Dag 16: Zondag 10 juli 2018.

Vanmorgen om 7 uur werden wij door iemand van de storingsdienst van Canadream gebeld en ja wat vertelde hij, eigenlijk niets nieuws dan dat er vandaag geen mogelijkheid was om de Camper te laten repareren, het is zondag en alles is gesloten, het lijkt wel Hoogeveen.
Even later werden wij gebeld door iemand anders van Canadream en die heeft ons geholpen om stukje bij beetje de slide out weer naar binnen te krijgen, volgens mij lijkt het erop dat de linker motor het niet doet.
Weer een poos later werden wij weer gebeld en toen is er besloten om terug te gaan naar Anchorage waar dan maandagmorgen een bedrijf gezocht zal worden die de reparatie uit kan voeren.
Dus wij zijn teruggereden naar Anchorage en kwamen daar na 300 km om 3 uur aan.
Deze weg is nu niet een echt bijzondere route te noemen en ja natuurlijk wij hadden dit ook al gezien, de gletscher en de diepe kloof met een brede rivier onderin en onderweg in de middel of nowhere een kerk waarvan de deur open staat, ja het is zondag, en in de verre omgeving dus geen huis te bekennen.
Het kost ons minimaal twee dagen en 300 km en veel telefoongesprekken.
Wij dachten de drukte van Anchorage op onze rondreis over te slaan maar nu komen wij er toch nog, nou ja, dan ook maar de stad in, de camping waar wij staan ligt op loop afstand van het centrum.
Het is een grote moderne stad met diverse grote hotels en zelfs een Hiltonhotel in een heel hoog echt Amerikaans uitziend gebouw.
De camping ligt aan de buitenkant van de stad richting de haven en dus allerlei industrieele gebouwen.
De spoorlijn loopt achter de camping langs en dus horen wij met regelmaat het signaal van de trein een geluid dat wij zo prachtig vinden omdat dit ons associeerd met Canada.
Alleen wij horen het nu om de haverklap zelfs midden in de nacht.
Ondanks alles zijn wij toch gezllig even de stad Anchorage in geweest en hebben de beentjes weer even los gemaakt en wij hebben ook nog een kleine sightseeing met de toeristenbus gemaakt.
Ook hier vind je dan toch ook weer zwervers.
Je kunt zien dat het hier mooi weer is, de mensen lopen in korte broek en in zomerhemdjes en liggen in het gras in een park, terwijl wij het nog wel wat fris vinden.
Wat ons opvalt is dat de mensen hier erg vriendelijk zijn.i
Na het eten hebben we een lekkere bak koffie gedronken en toen, ja toen kwam het want het bed kon niet uit dus hebben maar een tussen oplossing gezocht.

 

 

 

 

Dag 15: Zaterdag 9 juili 2018.

Om half tien zijn wij vertrokken van Campground Squirrel Creek richting Valdez.
Gisteravond toen het stil was zag ik een visarend boven in de boom zitten op uitkijk naar vis.
Een andere visarend stond aan de rand van het meer te kijken, terwijl de eekhoorns over het pad lopen.
Ook vannacht werd het amper donker en om drie uur hoorde je een vogel
volop fluiten.
Op deze camping waren heel veel bomen omgebogen en takken afgeknapt, dus voldoende brandhout.
Ze hebben hier een strenge winter gehad met heel veel sneeuw, het zou kunnen dat de takken onder de hoeveelheid sneeuw zijn afgeknapt.
Onderweg zien wij weer een sneeuwhaas oversteken.
Langs deze weg, de Richardson Highway, zien wij veel meren en watervallen, bij sommige meren ligt er nog deels ijs op.
Als wij bij de de Thompsonpas komen staan wij verbaast van het uitzicht en hebben daarom daar maar even koffie gedronken, onze stoeltjes maar buiten gezet want het was heerlijk weer.
Je ziet hier aan alle kanten bergen bedekt met sneeuw en een aantal bergen hebben de zelfde pieken als bij de Dolemiten een prachtig gezicht er wordt aangegeven dat dit op een hoogte ligt van , Elev 2678, wat voor maat dit is weet ik niet maar zoek ik nog eens op, misschien foot ?
Wij hebben er zeker geen spijt van dat wij toch maar naar Valdez zijn gereden want het is een mooie route met op het laatste stuk veel bergen met sneeuw en aan de andere kant zicht over moeras gebieden en bossen, de dalen zijn hier breed en dat geeft een mooier uitzicht.
Ook in Valdez is het prachtig weer, de mensen lopen hier in korte broek en hemdjes.
Het valt op dat er in de haven veel donkere mensen, ik denk haven arbeiders, eigenlijk lijken te wachten op het moment dat de vissers binnenkomen en zij aan het werk kunnen.
Net buiten Valdez hebben wij nog een wandeling langs de rivier gemaakt, toch ook weer lekker hoor, zeker met dit weer.
Wij zijn dezelfde weg terug gegaan, dat kan ook niet anders en daarom twijfelden wij of we deze trip moesten doen, maar wij hebben er geen spijt van.
Met volop zon uit Valdez vertrokken en nog geen uur later komen de donkere wolken met regen, maar na een eind verder gereden te hebben klaart bij Campground Squirrel Creek de lucht weer op en onderweg zien wij ineens voor ons een Moose met twee jongen de weg oversteken een prachtig gezicht en als een kleintje achterblijft duwt moeder haar neus achter het kleintje en zo gaan zij weer verder en wij hebben er mooie foto’s van kunnen maken.
Aangekomen op Campground Dry Creek bij Glennallen willen wij de slide outs uitdoen en de slide out van ons bed blijft halverwege steken, hij wil niet vooruit en niet achteruit dus heb ik Canadream maar gebeld en wij worden morgenvroeg teruggebeld, nou ja en dan moet je je maar redden, niet leuk maar het is niet anders, morgenvroeg maar even afwachten wat er gaat gebeuren.

Reactie plaatsen

Reacties

Tineke en Ben
7 jaar geleden

Wat een gez...k met de camper en zonde van de verloren tijd. Eén ding is zeker de route die jullie nu hebben gereden en de overnachtingsplek aan kluane lake is een mooie en afwisselende route. Dat je nou net op die route de meeste beren bent tegengekomen is wel apart want wij kwamen daar ook de meeste tegen. Hoop voor jullie dat de route van Skagway over de White Pass naar Carcross wat het weer betreft mee zit. Veel plezier in Haines en een goede overtocht.

Harry
7 jaar geleden

Wat een gedoe met de camper maar gelukkig uiteindelijk opgelost. Dat jullie de eindelijk de beren en ook nog een lynx hebben gezien is helemaal fantastisch. Benieuwd naar de foto's.
Goede en hopelijk probleemloze reis verder.
Gr., Harry en Lia

Margó
7 jaar geleden

Een heel verhaal. Leuk om weer te lezen, wat jullie allemaal doen en vooral zien. Hoop dat jullie de beren ook nog gaan zien.
Succes met het bed!

Tineke en Ben
7 jaar geleden

Fantastisch dat jullie aan boord zoveel wild hebben kunnen spotten. Je had het over Trump maar als je ziet hoe ver de gletsjers zich daar hebben teruggetrokken moet hij zich misschien toch nog zorgen gaan maken. Mooi dat jullie er geen spijt van hebben door toch naar Valdez te gaan. Niet dat wij nou spijt hadden maar wij hadden geen mooi weer en daardoor het uitzicht slecht.

Dag 14: Vrijdag 8 juni 2018.

Vannacht hebben wij overnacht op Campground Eklutna Lake met de vriendelijke host die ons zijn bearspray gaf om een wandeling naar het meer te gaan maken.
We zijn toch maar verder gegaan en hebben hem de bearspray weer teruggegeven.
Ondanks dat wij in een bos waren waar de beer aanwezig was hebben wij geen beer gezien.
Wij zijn naar Palmer gereden in de hoop daar nog een supermarkt tegen te komen maar op de kruising zagen wij niets en zijn dus maar doorgereden naar Gelnnallen.
Het eerste stuk is nog een vierbaansweg maar later wordt het door het bos tussen de bomen rijden met een totaal andere boomsoort dan we tot nu toe gewend zijn, volgens mij zijn het populieren.
Geleidelijk aan wordt het landschap grootser, breder en ruiger, het lijkt hier wel op de wildernisroute die we in Zweden gereden hebben.
Onderweg zien wij een zeer lange gletsjer die blijkbaar in het verleden veel breder moet zijn geweest gezien het landschap ernaast.
Deze weg gaat echt met veel bochten en hoog en weer naar beneden met naast ons soms zeer diepe afgronden met daarin wild stromende rivieren door het landschap met in de verte weer besneeuwde bergen.
Wij gaan bij Glennallen, waar een supermarkt is, rechtsaf en komen daar weer diverse wegwerkzaamheden tegen met de intussen bekende vrouwtjes en mannetjes die met een bord in de hand staan, Stop of Slow, de laatste stop duurde tien minuten en intussen is Grietje de groente voor de maccaroni gaan snijden en toen wij verder konden was dat gedaan.
Wij gaan nu richting Valdez op de Richardson Highway en overnachten op Camping Squirrel Creek.

 

 

Dag 13: Donderdag 7 juni 2018.

Opnieuw scheen vanmorgen de zon, wij hebben alle dagen opnieuw geluk betreffende het weer.
De nachten zijn koud en dus ‘s morgens eerst de kachel even aan in de camper waarna deze de hele dag uit kan blijven, het was vandaag 60 gr. Farenheit.
Wij gaan eerst richting Kenai dat aan de Cook Inlet ligt, het is een grotere plaats, wat heet groot, met veel handel , winkels , tankstations, tandarts en zelfs een Hairsalon, dit zie je eigenlijk rond alle belangrijke kruispunten ontstaan, vaak wel rommelig.
Als we verder reizen op de Sterling Highway komen we weer tussen de ruige natuur.
Wij hadden gehoopt dat wij een mooie plek aan het water van de Cook Inlet zouden kunnen vinden, maar dat lukte niet.
Onderweg maar in de camper koffie gedronken omdat er toch weer muggen zijn en Grietje al genoeg geprikt is.
Er wordt hier overal aan de weg gewerkt, vaak ‘s nachts, en je ziet dat de bermen opgeknapt worden en dat er gras ingezaaid is met iets groens terwijl er op verschillende plaatsen gesproeid word vanuit tankauto’s om de berm nat te maken.
Het hele gebied tussen Cooper Landing en Soldotna staat bol van de visserij.
Onderweg regelmatig weer een bordje met een verrekijker erop of de tekst “vieuw”, maar als je op die plaats bent, dan staan er allemaal bomen voor dit uitzicht, jammer hoor, ik zal Trump er een brief over schrijven want dit moet anders. Grapje.
De inheemse bevolking rijd bijna allemaal in een trucky en hebben daar dan een oplegger/caravan op hangen, zelfs zeer grote, hoge en lange caravans.
Intussen gaan wij de Seward Highway weer op en rijden vandaag dus een heel eind dezelfde weg terug daarom rijden wij vandaag maar stug door en hebben totaal 430 km afgelegd.
Een stuk voor Palmer gaan wij rechtsaf naar Campground Eklutna Lake.
Het blijkt nogal een stuk rijden te zijn, plm. 10 mijl.
Op de camping kwamen wij de vriendelijke host tegen en toen ik vertelde dat Grietje graag een beer wil zien vertelde hij dat er hier rond de camping in de buurt van het meer een moeder beer met een jong rondloopt.
OEH dat willen wij wel zien maar durven wij dit en is dit vertrouwd er is namelijk een mooi wandelpad naar het meer van 3 mijl, hij geeft ons daarop zijn bearspray en verteld hoe dit moet.
Nou we zien wel, wij gaan er eerst maar een nachtje over slapen want als wij dat doen dan moeten wij hier ook nog een nacht blijven.

Dag 12: Woensdag 6 juni 2018.

Vandaag een dag waar ik naar uit heb gekeken en die voor Grietje niet nodig is want het is 6 uur varen en daar heeft zij niet zoveel mee.
Wij moeten ons melden in een hotel in Seward en daar legt de boot aan en kunnen wij om 11 uur aan boord gaan en om 11.45 vertrekt de boot.
Eerst worden er allerlei veiligheidsmaatregelen doorgenomen.
Het water in de Resurection Bay is 4 graden Celcius.
De eerste dieren die wij zien zijn zeeotters, deze dieren liggen op de rug in het water, ogenschijnlijk te niksen en te genieten van de zon, het is een grappig gezicht.
Een andere otter rolt zich om de lengteas in het water, dit doen ze om op temperatuur te blijven.
Direkt bij het uitvaren werd ook geroepen dat er een groep walvissen was maar deze hebben wij niet gezien. Wel zien we regelmatig een groepje dolfijnen, die gaan zo snel dat foto’s maken er voor mij niet bij is.
Grietje ziet ze tot drie keer toe uit het water springen terwijl ik moeizaam een foto probeer te maken en dit dus miste.
Na een tijd varen komen wij langs een aantal eilanden en rotsen, Fox Island, Hive Island en Rugged Island.
De kaptein vertelde onderweg over de natuur het ontstaan enzovoort en de ranger vult hem aan.
Op gegeven moment komen wij in open water en daar zien wij de Orka’s.
Het is een machtig gezicht hoe die grote dieren zeer soepel en snel door het water gaan terwijl ze steeds even boven water uitkomen waarbij je de witte onderkant ziet.
Het is prachtig vooral toen een Orka dwars op onze boot aankwam zwemmen en onder de boot door ging en dat terwijl ik er ook nog eens een mooie foto van kon maken, wat is de natuur mooi.
En verder gaan wij weer tussen een eilanden groep door, Harbor Island, Natoa Island en Matushka Island.
Wat wij hier zien is werkelijk fantastisch, wij zoeken naar de grootste walvissoort, de bultruggen en zien weer Orka’s.
De kaptein zegt dat we naar een groep meeuwen moeten kijken want daar gaat het straks gebeuren en ja hoor daar komt heel soepel maar wel lucht blazend, 3 meter hoog, een bultrug boven water op zijn rug en de meeeuwen zwermen er vlak boven. Een enorm groot dier dat er eigenlijk niet uitziet men noemt hem de killerwhale, deze heeft per dag 2000 kilo voedsel nodig.
Als wij dichter bij de rotsen gaan varen zien wij een prachtige dierenwereld, van een vogelsoort die op een pinquin lijkt maar alleen maar vliegen en duiken kan tot een groep zeeleeuwen die heerlijk in de zon op de rotsen liggen.
Het lijkt hier wel een dierentuin zoveel dieren en soorten je hier ziet.
Terwijl wij weer verder varen verteld de kaptein ons dat dit ook voor de bemanning, zij lopen ook met camera’s rond, werkelijk een Exceptionele dag is vanwege het prachtige weer terwijl gisteren alles donker en bewolkt was, met bijzonder veel orka’s en dat die ene Orka ons toch wel een zeer bijzondere show heeft gegeven.
Wij varen nu naar een paar andere rotsen die de speciale plek voor de kaptein is , hier zien wij namelijk papagaaiduikeers op de rotsen en veel andere vogelsoorten.
Hierna varen wij door de Holgate Arm naar de Holgate Glacier.
Je weet niet wat je ziet, zo’n berg sneeuw met een blauwachtige kleur, werkelijk fantastisch en als extra zien wij ook nog een echte sneeuwlawine in het water gaan.
Helemaal extra is het als de kaptein ons meld dat er iets naar rechts een zwarte beer op de sneeuw loopt en zowaar het lukt mij ook nog er een foto van te maken.
Na dit alles gezien te hebben en koud geworden te zijn omdat wij steeds buiten op het dek gebleven zijn varen wij met een voldaan gevoel terug naar de haven van Seward.
Wij rijden nog 120 km en overnachten op Campground Bings Landing een heerlijk rustige camping waar niet veel stond, de beheerder en z’n vrouw zaten op de voorste plaats bij de ingang heerlijk in de zon wat te lezen, vlak bij Sterling, in de buurt van Kenai.

Reactie plaatsen

Reacties

Tineke en Ben
7 jaar geleden

Dat jullie in het Denalipark mooi helder weer hadden is fijn. Ook het uitzicht op de de berg is inderdaad bijzonder. Wij hadden dat ook maar het komt inderdaad niet vaak voor. Wij hadden de hele dag stralend weer maar aan het eind kwamen we in een dikke sneeuwbui terrecht. Het dorp Talkeetna is is best wel een apart dorp.

Roelf&Francien
7 jaar geleden

Dus wel muggen he! Wij hadden daar geluk mee! Wij hadden ook geluk met het weer vooral als je bedenkt dat het voor 80% of de dagen regent!
Spannend die tunnel! ja met zo'n gigantische trein kwamen wij naar Denalli!

Dag 11: Dinsdag 5 juni 2018.

Gisteravond laat begon de wind op te steken.
Vannacht was het echt schommelen in de toch zware Camper, later stormde het echt volop en de Camper schudde het uit, dus waren wij geregeld wakker.
Terwijl het om vijf uur nog volop stormde was het om 8 uur windstil en de lucht was geheel dicht getrokken met de wolken om de bergen. Later begon het ook nog te regenen. Dit weertype hebben wij hier nog niet meegemaakt.
Wij moeten eerst naar het dorp om de camping te betalen en dan kunnen wij om het hele uur door de tunnel terug naar de bewoonde wereld. Vanuit de richting Whittier gaat de tunnel ieder uur open en blijft dan tot een kwartier na ieder uur open, daarna komt de andere richting aan de beurt.
Wij hadden geluk en konden om 11.15 uur zo doorrijden.
Wij rijden nu op de Seward Highway richting Seward, we komen weer in de ruige natuur terecht.
Onderweg slaan wij nog even rechtsaf om naar Hope te rijden, we rijden dan nieuw langs de Turnagain Arm met de natuur erom waar volgens de boekjes de meeste wilde dieren van te zien zijn en alle soorten voorkomen zelfs de walvissen in de Turnagain Arm.
Je ziet wel dat de natuur hier verder is het is hier volop groen.
De meeste auto’s hebben voorop geen nummerplaten.
In de verte zien wij iets bruins, zou dit een beer zijn, nee het is een keline bruine ton met daarin de brievenbus met het klepje dicht als teken dat er post inzit.
Onderweg zien wij steeds van die hele grote vrachtwagens met twee chromen uitlaatpijpen naar boven, vaak een truck met oplegger met daarachter nog een aanhangwagen, zo zie je zelfs tankauto’s rijden hoe lang die wel zijn weet ik niet meer ze hebben zeven assen en vaak staat er Oversized op.
Intussen is het weer opgeknapt en wil zelfs het zonneyje er door komen, maar later wordt het weer bewolkt en het regent af en toe een beetje, het is grauw en vanavond is het ook eerder donker.
Bij aankomst in Sewardhebben wij eerst de tickets gekocht voor de Kenai Fjords, National Park Cruises die we morgen gaan doen.
Wij hebben vandaag rustig aan gedaan en toch weer 206 km gereden.
Morgenvroeg moeten wij ons om 10.30 melden en dus hebben wij morgenvroeg ook geen haast.

Dag 10: Maandag 4 juni 2018.

Op deze camping staat er naast je plek een vuurkorf, een barbeque, maar ook een ton en toen ik nieuwsgierig was wat er in zat bleek dat water te zijn, water om te blussen, dat stond er ook op.
Wij hebben gisteravond en vannacht wel 20 muggen doodgemaakt, gelukkig had de elektrische vliegenmepper van thuis meegenomen.
Onderweg was er direkt al vertraging omdat er aan de weg gewerkt wordt, hier hebben ze geen mogelijkheid om een straatje om te rijden, nee alles moet over deze weg, er staan dan ook veel personen het verkeer te regelen en dat zijn allemaal dames, maar de dames doen ook het meetwerk voor de weg.
Wij zien onderweg steeds meer campers dan in het begin van onze reis.
De huizen staan hier van de weg af in het bos met vaak een eigen oprijlaantje. Overal zie je naast de huizen, wat heet huizen het zijn vaak houten optrekjes om in te wonen, allerlei rommel liggen dat niet meer gebruikt wordt, vaak zelfs meerdere oude auto’s.
Wat voor ons ook bijzonder is en toch ook heel goed, is dat de verkeerslichten aan de overkant van de kruising boven de weg hangen, dat kan hier omdat de kruisingen hier veel groter zijn dan bij ons.
Bij deze kruisingen zijn vaak weer allerlei winkels en tankstations.
Wij rijden nu op de Glenn Highway.
Wanneer wij Anchorage bereiken wordt het erg druk, het is een grote stad met plm. 300.000 inwoners en wij zijn blij dat we deze stad weer achter ons kunnen laten.
Na Anchorage rijden wij eerst langs het brede water van de Knik Arm en later langs de Tutnagain Arm, hier kun je walvissen spotten maar helaas niet een gezien evenals tot nu toe de beren die wij ook niet gezien hebben.
Wij rijden nu naar Witthier, om daar te komen moet je door een tunnel met slechts een smalle baan waar de trein pok nog eens door rijd.
Om hier door te mogen moet je betalen en wachten tot het licht op groen gaat, pas dan mag je de tunnel in en rijd je over het spoor waar de trein ook over rijd, het is een smalle donkere tunnel van ruim 3 km, een rare gewaarwording vooral omdat de trein er ook door gaat.
Whittier is een echte vissersplaats, overal zie je boten, wij stonden even met iemand te praten en aan die boot zaten twee buitenboord motoren van elk 250 pk, dit geeft zoveel vermogen dat ze met plm 60 km over het water kunnen gaan.
Op de campground tussen de tunnel en het dorp spreken wij Bob en Mary, zij komen uit Palmer en zijn hier om de vishoeveelheid in hun diepvries aan te vullen. Ze zijn met een camper met een boot er achter, ze gaan voor de heilbot en de schrimps, de best of the world vertelde hij.
Over het weer waren ze erg duidelijk, dit weer was heel bijzonder en wij waren geluksvogels dat wij dit zo troffen.
Toen wij aan het eten waren hoorden wij het signaal van de trein en jawel hoor daar kwam de blauwe trein met de gele loc waarin ruim een week geleden mijn neef Roelof en Francien ook gezeten hebben, wel leuk om dit allemaal zo mee te maken.
Whittier ligt aan het “eind van de wereld” aan de monding van de Prince Williamsound.

Dag 9: Zondag 3 juni 2018.

Vandaag verlaten wij Denali park, eerst nog weer even voltanken.
Ik werd geholpen door een jongeman die uit Macedonie kwam.
We vertrekken in zuidelijke richting en rijden nu over de Parks Highway.
Bij Cantwell begint het gebied weer ruig te worden en wij zien in de creek een Moose door het water lopen.
Het is hier weer een weids gebied met veel water en moerassen.
Wij rijden nu door het Matanuska gebied en zien zelfs nog een meer dat nog bevroren is.
Wij hebben erg veel geluk met het weer, het is opnieuw volop zon.
Je ziet hier borden langs de weg staan met de afstand in Miles aangegeven vanaf een plaats en ook aanduidingsborden dat er over een aantal mijlen een parkeerplaats is, bij ons zie je dan het volgende tankstation aangegeven.
Aan alle kanten zie je moerasachtige gebieden met creeken en daarin verwacht je dan wild te zien.
Ook ligt er hier nog steeds sneeuw tussen de bomen en in de verte de bergen met volop sneeuw.
Wij hebben op parkeerplaats Denali Vieuw North geluncht, heerlijk onze stoeltjes buiten gezet in de zon met uitzicht op de besneeuwde bergen en ook op de Denali waarvan de toppen nu toch wel deels in de wolken zitten.
Een man kwam op mij af of hij een foto van mij zou maken met op de achtergrond de bergen en de Denali, hij was geboren in Tsjechie en woonde in Australie maar had in Amerika een camper gekocht en kwam ieder jaar drie maanden terug om hier te reizen. Hij was nu wel tevreden over de situatie in Tsjechie maar onder het Russische regiem was het niets volgens hem.
Ook kwam er een echtpaar aan en die gingen bijden aan het schilderen, ze schilderden aquarellen en natuurlijk de natuur met de bergen.
Nadat wij Denali Vieuw North hadden verlaten zagen wij ook minder bergen maar toen wij links afsloegen richting Talkeetna reden wij eigenlijk weer naar het noorden en zagen opnieuw de besneeuwde bergen.
In het oude dorp Talkeetna was een soort markt door heel het dorp met veel handmade spullen verder waren er in dit dorp opmerkelijk veel restaurantjes en cafe’s.
Het was er een gezellige boel en lekker rommelig.
Het weer was zo mooi dat wij de airco iets aangehad hebben toen we verder reden.
Wij hebben vandaag 298 km gereden en zijn terecht gekomen op Campground Montana Creek, dit ligt langs de Parks Highway, dus wat meer last van het verkeer en s’nachts kwam er nog een camper binnen die eerst ook nog eens een paar rondjes over de camping reed.

 

Dag 8: Zaterdag 2 juni 2018

Vanmorgen op tijd vertrokken naar het Denali National Park, naar het Wilderness Acces Center om daar de reservering in te ruilen voor de tickets, na een tijdje konden wij met 43 personen in de groene bus op weg naar de eindbestemming het Eielson Visitor Center dat op 65,9 mile ligt.
We zijn om 10.00 uur vertrokken en waren om 18.00 uur weer terug, een lange dag maar wel met diverse stops onderweg.
Na 12 mile komen we bij een camping, Savage River.
Onderweg zien wij weer de witte vogel met de bruine romp en het rode kopje.
Even verderop zien we een groepje van vier Caribou’s lopen.
Onze chauffeur heet Paul en hij rijd al 27 jaar op deze bus in de Wildernis.
Het is nu nog allemaal dor en bruin met op veel plaatsen nog sneeuw.
Hij verteld dat het er over twee weken heel anders uit zal zien, groen en met veel bloemen dus meer kleuren.
Wij hebben geluk met het weer het is bijna geheel helder met wat kleine wolkjes.
In de verte zien wij al de berg Denali, die vroeger de Mount Kinly werd genoemd een berg van 6190 meter hoog, waar op dit moment bergbeklimmers bezig zijn om de top te bereiken, per jaar zijn dat er 540 waarvan de helft maar de top bereikt.
Onderweg zien wij ook nog Dalsheeps, zij leven meestal in groepjes van zes.
De weg door het park zakt op een bepaalde plek elk zeisoen weer in het dal en moet men er heel wat aan doen om er weer langs te kunnen rijden.
Door aardbevingen die hier plaats vinden worden de bergen steeds hoger.
De aardplaten schuiven tegen elkaar op.
Opeens zegt Paul dat er verderop Grizzly beren lopen en jawel we zien drie Grizly.s aan de rand van de weg grazen en ze storen zich niet aan ons, een prachtig gezicht.
Langs de weg ligt nu nog drie meter sneeuw maar in het begin van het seizoen lag het op die plek zelfs negen meter hoog.
Wij hebben zoveel geluk met het weer dat wij de berg Denali steeds duidelijker kunnen zien en na verloop van tijd zien wij de gehele berg inclusief de toppen zeer duidelijk schitteren in de zon. Heel bijzonder zegt Paul.
Je hebt maar 30 % kans om dit zo te zien, meestal zit de top in de wolken.
In de winter kan het hier gemakkelijk 40 gr. Celcius vriezen en twee weken geleden zat er nog geen blaadje aan de bomen.
Onderweg terug zien wij in de verte de drie Grizlyberen de bevroren rivier oversteken en nog meerder keren groepjes Caribou’s en Dalsheeps en in het laatste nog weer een Moos.
Toen wij het park met de RV uitreden stond er naast de weg een Moos met een jong heerlijk de groene blaadjes van de bomen te eten.
Wij stonden er gewoon met de camper naast om hun te bekijken en foto’s te meken.
Het was een bijzondere dag maar de bruine beren hebben we niet gezien.

Reactie plaatsen

Reacties

Tineke en Ben
7 jaar geleden

Nu we dit allemaal weer lezen beleven we onze eigen reis opnieuw. Leuk de namen en plaatsen te zien waar wij ook de herinneringen aan hebben. fijn dat jullie ervan genieten.

Francien
7 jaar geleden

Wat geweldig om te lezen! Daar zijn wij dus 2 weken geleden geweest maar konden niet zo ver het park in vanwege de sneeuw! En jullie hebben meer gezien dan wij! Beren EN de Denalli! Goede reis verder!

Harry
7 jaar geleden

Mooi, dat je er zoveel info bij schrijft (plaatsnamen e.d.). Even googelen en maakt de belevenis van jullie reis nog groter. Het was weer leuk om te lezen. Gr. en fijne reis verder


Dag 7: Vrijdag 1 Juni 2018.
Vanmorgen vertrokken van het Delta State Park in Delta Junction.
Door en langs deze plaats loopt de Alaska Pipeline.
Een olie pijpleiding die van de Beaufort See loopt naar Valdez, dwars door Alaska van Noord naar Zuid.
Deze leiding is plm. 1280 km. lang en gaat door drie berg gebieden en steekt 500 rivieren en stroompjes over en heeft een diameter van 48 inches.
Het heeft in 1977 totaal 8 biljoen dollar gekost en op 31 mei 1977 was de leiding gereed.
Verder zien wij onderweg veel oude auto’s bij de houten onderkomens liggen, het is allemaal erg rommelig.
Opeens zagen wij een bruin dier aan de kant van de weg, bijna ineengedoken en laag bij de grond.
Later zagen wij dat dit een wolverine moet zijn geweest, familie van de mink en de weasel, het zijn alleseters.
In Fairbanks hebben wij wat rondgelopen, het is de enigste plaats van enige betekenis met 30.000 inwoners en met een Universiteit heeft Fairbanks betekenis voor de regio.
Omdat wij nog niet veel Moose op de foto hadden, hebben wij maar een foto van een standbeeld van een Moose gemaakt.
Een stuk verderop ,ja je raad het al zagen wij opnieuw een Moose en deze liet zich goed fotograferen.
In dit gebied leeft het grootste aantal Moose en is het grootste in zijn soort.
Zo’n dier kan van 800 tot 1600 pound wegen en een volwassen gewei kan tot 80 pound wegen.
Wij zien onderweg regelmatig bordjes voor een Vieuw een uitzichtpunt, maar als je er dan bent is alles dichtgegroeid en kun je niets zien, jammer hoor.
In Denali aangekomen was het een drukte van jewelste en dan rij je daar met zo’n 24 foot RV, camper.
Wij zijn maar gauw omgedraaid en naar een camping gereden die wij een paar kilometer terug gezien hadden, lekker rustig.
Bij de receptie waren twee dames en die deden hun uiterste best om ons te helpen.
Ik vroeg of zij de trip met de bus door het Denalipark voor de volgende dag konden reserveren, nou en dat lukte, ik moest achter de balie komen en mocht zelf onze gegevens op de computer invullen.
Hier zijn goede toiletten en douches, maar wij hadden full hookup en dan heb je gewoon waterdruk en de afvoerslang in een soort afvoer buis en 30 ampere stroom, dus niets aan de hand en heerlijk rustig.
Morgen gaan wij naar het Denalipark.
Om kwart over twaalf heb ik nog een foto gemaakt en daarop zag je dat het ging schemeren.

 

 

Dag 6: Donderdag 31 mei 2018.

De eerste nacht in Alaska geslapen.
Vanmorgen volop zon, dus heerlijk weer.
Wij hebben water bij getankt en afvalwater geloost.
Toen wij het laatste wilden doen zagen wij opeens een Moose met een jong aan de rand van de camping lopen net daar waar wij het afvalwater moesten lozen. Wat een groot dier is dat, hij liep er rustig te grazen, een prachtig gezicht.
Wij zijn weer terug gereden naar de camping Goldpanne waar wij gisteren eigenlijk wilden staan en hebben daar benzine getankt.
Binnen in de winkel kwamen wij in gesprek met een echtpaar uit Saksen, dus omgeving Dresden en later met een stel dat uit Minnesota kwam.
De jongedame die ons bij het tanken hielp kwam uit South Dakota en was 6 dagen onderweg geweest om hier te komen.
Ze werkt hier t/m eind augustus en daarna gaat alles hier weer dicht.Dit gebied was nog maar twee weken open, daarvoor was de weg afgesloten.
Er wonen in Chicken eigenlijk maar drie mensen, alleen in de zomer een paar meer.
En opnieuw zijn het de goudzoekers die hier wonen en werken en daardoor ontstaat dan zo’n gemeenschap.
Wij rijden nu op de Taylor Highway naar Tok, aan de kant van de weg licht nog sneeuw.
De plaats Tok stelt niets voor, het is niet meer dan een verzameling van Tankstation en wat aanverwante bedrijven met restaurants en een camping.
In de verte zien wij steeds donkere luchten en jawel hoor op de helling tegen de berg op ligt er op de weg ook sneeuw en hagel.
Na Tok rijden wij op de Alaska Highway.
Verderop komen wij regelmatig in een onweersbui en hagelbuien terecht, een bijzondere belevenis, donder en bliksem met sneeuw en hagel en de grote tankwagen denderd ons gewoon voorbij, terwijl er echt sneeuw of hagel op de weg ligt het is gewoon een laag wit.
Opeens zien wij voor ons midden op de weg, de Alaska Highway, een Moose staan, hij kijkt onze richting uit en loopt het bos 
Hierna zijn wij een kleinere weg ingeslagen en daar zagen wij weer een Moose het pad oversteken deze was in tegenstelling tot die op de camping wel schichtig.
Je kunt hier heel ver over de dalen kijken en ziet hoe groots dit land is met in de verte de hoge bergen met sneeuw erop, soms blinken in de zon, dan is het opeens weer mooi weer.
Kortom een eindeloze wereld van bos en rivieren.
Wij stoppen net na Delta Junction en gaan daar op Delta State Recreation Site Campground staan.
Wij hebben vandaag 302 km gereden en zijn intussen wat in de bewoonde wereld terecht gekomen, maar of dat morgen zo blijft vragen wij ons af.

Dag 5: Woensdag 30 mei 2018.

Het is vanmorgen fris maar wel volop zon.
Om 9.00 uur vertrekken wij eerst weer richting Dawson. Vlak voor Dwason gaan wij linksaf de Bonanza Creek in, dit is de Creek waar het eerste goud is gevonden.
Na een paar kilometer zien wij links en rechts van de weg caravans staan van de goudzoekers en graaf machines die de grond overhoop trekken op zoek naar goud.
Rond Dawson City zie je echt overal bergen van stenen, deze zijn uit de rivier gedregd en op een soort van d
epots gestort.
Even verder komen we bij een soort van museum, Claim 33, Gold Panning Museum.
Dit is dus een gebied dat geclaimd is om naar goud te zoeken, de mevrouw in het museum verteld ons van alles en laat ons een stukje goud zien, ik geloof 4,38 gram of zo, het is plm 380 dollar waard.
Ze had nog een klein stukje goud en ik zag daar een vrouw in die op een harp speelt.
Buiten werd een groep voorgelicht over hoe het goud wassen in een pan gebeurd, en zij kregen elk een pan met daar zand in, toen zij dit voordeed hield ze uiteindelijk een stuk of vier kruimeltjes goud over.
Rond het museum stonden vele oude werktuigen, tractoren en oude auto’s.
Vandaar zijn wij via Dawson City met de ferry de Yukon rivier overgestoken en verder gereden naar Chicken.
Het is een lange gravelweg die aan beide zijden alleen maar natuur heeft met zeer wijdse uitzichten. In de verte zie je de weg al over de bergen gaan. Je komt er bijna geen verkeer tegen en toch kwamen ons vandaag weer 2 fietsers tegen in die eindeloze weidse wilde natuur, zonder ook maar een dorpje of enige vorm van bewoning, deze weg is 170 km lang.
Wij hebben de hele weg weer geen wild gezien op een voor ons onbekend dier dat vlak langs de weg liep, het leek wel een miereneter.
Op een andere plaats vonden wij de resten van drie rendieren waarvan alleen de poten met de hoeven, het gebit en de vacht nog over waren.
Wel kom je ook daar weer zo’n grote truck tegen met twee tankaanhangers, brandstof, diesel of gas en die denderd dan ook over zo’n gravelroad.
Om half vier passeren wij de grens met Amerika en worden daar door een zeer streng uitziende man gecontroleerd, compleet met afdrukken van de vier vingers en de duim van beide handen en een irisscan.
Direct over de grens krijgen we een prachtig geasfalteerde weg die na enige kilometers weer over gaat in een gravelweg met heel veel gaten.
Even verderop staat een bord met de aanduiding dat de tijd nog een uur achteruit gaat.
In Chicken aangekomen had de eerste camping nog geen fris water en zijn we dus doorgegaan naar de tweede camping, maar dit is dan ook alles in Chicken, op wat bedrijven na is dit het complete Chicken ofwel de hele kip.

Dag 4: Dinsdag 29 mei 2018.
Vanmorgen om 10 uur vertrokken van Tombstone Campground en verder de Dempster Highway op, dus weer over de gravel.
Het was redelijk weer maar wel koud.
Maar wij zitten dus ook redelijk hoog.
Wij wilden nog een stuk natuur zien.
Hier zijn geen bomen meer maar struiken en het is een moerasachtige beplanting die enigzins rood bruin gekleurd is.
Ruim 80 km deze weg op bereiken wij het hoogste punt van deze weg namelijk 1300 mtr.
En jawel wij kwamen daar in een huize sneeuwbui terecht ook in de kreken ligt nog een dik pak sneeuw.
Het gebied doet ons denken aan de Wildernisroute in Zweden en het noorden van Finland, alleen veel grootser.
Wij kwamen mensen uit Ottawa tegen en die vertelden ons dat er verderop een Moose liep, dus wij verder, maar helaas geen Moose voor ons, wij hebben wel een bijzondere vogel gezien met een wit lichaam en een rood bruine hals en kop, het was iets groter dan een duif en deze maakte een bijzonder geluid.
Onderweg op een uitzichtplaats zat een (Maho) Marmot en die keek zo nieuwsgierig en grappig, ook zagen wij diverse sneeuwhazen.
Deze weg de Dempster Highway is een belevenis om te rijden, ook Grietje heeft hier een stuk gereden, wel is de Camper erg vies, helemaal bruin geworden van de drek op de gravelweg.
Terug gekomen op de Klondike Highway zijn wij doorgereden naar Dawson City, de stad van de goudzoekers, het is een echt oud stadje met allemaal houten gebouwen die de sfeer van een Cowbowfilm hebben.
Daarna zijn wij een stukje teruggereden en ons plekje gezocht op de Klondike Campground.
Tot nu toe hebben wij steeds staatscampings gehad die allemaal in de natuur liggen.
Er zijn geen voorzieningen wel staat er altijd een picnictafel en is er een houtvuurplaats waarbij het hout aanwezig is.
Ook zijn er wc’s, een hokje met een gat in de grond waarop een soort wc is geplaatst, zonder waterspoeling, ze zijn voorzien van closetpapier en zien er netjes uit.

Dag 3: Maandag 28 mei 2018
Vanmorgen vroeg was het mistig maar toen wij om 9.00 uur vertrokken
vanaf de Campground in Pellycrossing was de mist verdwenen.
De camping is een staats camping die wel in gebruik is maar er was verder niemand aanwezig.
Wij hebben even getankt bij het tankstation van de Selkirkindianen, wel moesten we nog even wachten tot negen uur omdat het station dan pas open ging.
De mensen die hier wonen zijn echt Indianen die hun eigen gemeenschap hebben.
Onderweg begon kregen we een regenbui.
Je kunt zien dat wij noordelijker gaan want de dennebomen worden smal, ook lag er nog sneeuw in een creek
Intussen is het prachtig weer geworden met zonneschijn.
Ongeveer 35km voor Dawson City slaan wij rechtsaf en gaan de Dempster Highway op.
Deze weg loopt helemaal naar de noordelijke kust van Yukon en is vanaf hier 730 km. lang en bestaat geheel uit een gravelweg, je mag er 80 km per uur rijden.
Wij rijden dit traject tot het Tompstone Territorial Park naar de Campground die daar is. Een traject van plm. 60 km.
Deze weg gaat steeds hoger en dat merk je ook aan de omgeving.
Het aantal bomen wordt steeds minder dus komen wij boven de boomgrens.
Om 22.45 heb ik nog een rondje over de camping gelopen en zag nog 2 sneeuwhazen.
Het was ondanks dat al zo laat was nog gewoon licht, ook hieraan kun je merken dat wij noordelijker zitten.
Ook hier was het heerlijk rustig, je hoorde echt niets alleen het riviertje direct achter onze plaats.

 

Dag 0: vrijdag 25 mei 2018.

Henk en Tineke hebben ons naar de trein gebracht in Meppel.
Vandaar ging de reis vlot naar Amsterdam, Schiphol.
Bij ons zat de eigenaresse van Chinees restaurant Lotus in Hoogeveen, ze reisde naar familie in China, onderweg hebben we even bijgekletst.
In het vliegtuig verliepen de eerste uren vlot.
Ik zat naast een Rus en wij kwamen na verloop van tijd aardig aan de praat, zelfs over Poetin. Hij heeft een recycling bedrijf in Vancouver en in Rusland.
De vlucht verliep rustig en we werden goed verzorgd.
In de loop van de middag om plm. 3 uur Canadese tijd kwamen wij aan op Vancouver airport.
Het duurde even voordat de shuttelbus er was.
Vandaar naar ons hotel.
We zijn vroeg naar bed gegaan.

 

 

Dag 1: Zaterdag 26 mei 2018.

Vanmorgen al vroeg wakker, wat logisch is i.v.m. het tijd verschil.
We waren dus mooi op tijd en om 5.45 uur stond de shuttelbus
klaar om ons naar het vliegveld te brengen.
Op het vliegveld hebben wij lekker ontbeten en vertrok het vliegtuig mooi op tijd .
Het was een Bombier vliegtuig geschikt voor 76 personen.
Mooie stoelen, 2 dan het gangpad en weer 2 stoelen
Wij zaten bij de nooduitgang aan gangpadzijde dus heerlijk ruim.
Na aankomst duurde het door de douane gaan erg lang.
Buiten heb ik Canadream gebeld en het busje was er vlot, wij waren de enigste.
Na een uitvoerige incheck door Dian en uitleg zijn wij op stap gegaan en op zoek naar de supermarkt, de liquorstore en het tankstation.
Na zo,n 70 km gereden te hebben hebben wij een mooi plekje gevonden op Campground Lake Laberge een natuurcamping aan de rivier.
Ook hier op tijd naar bed om de volgende morgen weer wat bij de “tijd” te zijn.

 

 

Dag 2: Zondag 27 mei 2018.

Wel even wennen hoor in de camper.
Een bijna nieuwe camper, 7000 km gereden, en een totaal andere indeling dan dat wij gedacht hebben en “gewend” zijn.
Maar dit zal ook wel weer wennen.
Na een ontbijt en een kop koffie zijn wij verder gereden over de Klondike Highway.
Na 38 km. Zagen wij de eerste dieren, een soort herten maar dan nu zonder gewei, ik denk dat het twee Caribou’s waren.
Het is een tweebaansweg met af en toe een slecht wegdek met soms flinke gaten erin. Dit wordt wel met kleine rode vlaggen aangegeven.
Onderweg rijden we langs het Vox Lake.
Het is een lange weg met niet veel afwisseling, bomen en af en toe zicht op een meer of rivier. Het is wat langweilig.
Links en rechts van de weg borden die aangeven dat er bosbranden zijn geweest, met de jaartallen erbij, 1958 en bijv. 1998.
Bij Carmacks hebben wij nog wat boodschappen gedaan, voornamelijk vlees en groente.
Hier zijn we de Yukon Rivier overgestoken.
Na Carmacks wordt het dal breder en krijgen we meer zicht op de Yukon.
Wilde dieren zijn we niet meer tegengekomen, ja twee eekhoorns die de weg over staken, wel hebben we nog een ouder stel met bepakking op de fiets gezien, wat een moed!n
In Pelly Crossing gaat de weg opnieuw over de Yukon en hier is een nederzetting van de Selkirk Indianen compleet met eigen First Nation Administration Building en een gezondheids centrum.
Wij zijn hier alleen op de camping die direct aan de Yukon ligt, er is ook geen receptie of zo er zijn alleen nog een paar mannen die in een Camper zitten en een grote vrachtwagen hebben.
Later kwam er nog een jonge man op de fiets met een tentje.
Het is nu 22.30 uur en wij gaan naar bed, terwijl de zon nog wat schijnt. En het dus nog echt licht is.